
En nu naar bed
1997
Locatie De Kleine Komedie
Teksten Annie M. G. Schmidt
Muziek Harry Bannink
Regie Tom van Rij
Choreografie Myrthe Carvalho
Muzikale leiding Arjen Göbel
Arrangementen Arjen Arjen Göbel, Joost van Leeuwen &
Martijn Suurenbroek
Productie Jacques Spaans

Het verhaal
Een goede fee staat aan de wieg van Frans en doet een wens voor zijn toekomst. De kwade fee was niet uitgenodigd, maar verschijnt toch en wenst hem van alles het tegendeel. Beiden zullen ze zijn leven danig beïnvloeden. De een wil ‘m laten slagen, de ander wil ‘m laten mislukken. In allerlei menselijke gedaantes zullen ze zijn leven begeleiden en vechten ze hun meningsverschillen uit. Frans merkt van de goede wensen dan ook niet veel. De goede fee wil hem de maatschappelijke ladder op hebben, maar hij wil niet. Een lief degelijk meisje zal ‘m wel in ’t juiste spoor brengen, beslist ze. En warempel, het lijkt de oplossing te zijn. Maar de boze fee, geïrriteerd, richt haar dreigementen tot het publiek. En wacht maar, als Frans één keer met dat meisje naar bed is geweest, heeft hij er genoeg van, zo redeneert ze. Ze zorgt dat het gebeurt. En als het hart te snel slaat… Het gìng te snel, de eerste keer is een teleurstelling. Kom kom, raadt de kwade fee het meisje aan, er zijn er nog meer. Maar dat helpt niet. Ze verlangen toch weer naar elkaar. En de goede fee heeft haar zin. Vlug, vlug en nu een baan aannemen. Als verkoper staat hij op de kleedjesafdeling en prijst z’n tapijt aan, zó veerkrachtig. Alles is dus koek en ei, hij klimt op, ze zullen trouwen, ze zijn gelukkig. Helaas strooit de kwade fee een stuk of wat neurozen ertussen en Frans komt bij de vrouwelijke psychiater die hem dadelijk geruststelt: hij is normaal, zoals al die andere patiënten in de wachtkamer. Vanaf dat moment begint de verwarring. Is het slagen in deze maatschappij wel zo begerenswaardig? Op de ondertrouwreceptie wijzigen de feeën hun strategie. Is het huwelijk voor het jonge stel wel het verlossende happy end? Barbara bedenkt zich als eerste. Dus maar niet? Of toch wel? Konden ze maar weg, en dan ook helemaal ver, ver weg.
Foto's